E-learning Informele Zorg

Vrijwilligers kennen en binden

KerntaakVerlichten
Competenties-Is in staat het netwerk te verbinden, voorlichting te geven en te kijken wie een rol kan spelen. Kan moeilijk verstaanbaar gedrag verstaanbaar maken of moeilijke (sociale) situaties invoelen en aan het netwerk uitleggen waarom deze ontstaan.
OnderwerpVrijwilligers kennen en binden
WerkvormErvaren en Inleven
SamenstellingIndividueel of in twee- of drietal
NiveauMBO
Casus: Jan wil wel maar weet niet hoe

Jan is een man van 40. Hij heeft een verstandelijke beperking en een vorm van autisme.

Jan is nog niet lang geleden vanuit de thuissituatie in een woonvoorziening komen wonen. Jan heeft weinig interesse en is heel wantrouwend. In eerste instantie wil hij nergens in meegaan. Hij zit het liefst een sigaretje te roken en naar voetballen te kijken. Thuis heeft hij veel gedaan met elektrische treinen, volgens zijn moeder.

De vrijwilliger vraagt ook om begeleiding

Zonder verder onderzoek is er door de woonbegeleiders een vacature uitgezet bij de vrijwilligersbank voor een vrijwilliger. De vraag was naar een vrijwilliger die ook geïnteresseerd is in treinen. Daarop reageerde een man die met Jan naar het spoorwegmuseum ging. Jan was enthousiast en daarom mocht hij zijn treinen van thuis op de zolder van de woonvoorziening installeren. Zijn vrijwilliger hielp hem daarbij. Het bleek  dat de vrijwilliger alles deed en Jan keek toe. Jan was maar matig geïnteresseerd. Na enige tijd haakte de vrijwilliger af en ‘verstoften’ de treinen op de zolder.

Ook werd er vanwege de andere interesse, voetballen, gezocht naar een vrijwilliger om met Jan naar een G-voetbaltraining te gaan kijken. Jan gaf aan zelf wel te willen voetballen. Ook dit was geen succes. Jan leek op het veld niet verbonden met het voetbalspel. Op een gegeven moment stond hij met zijn rug naar de spelers toe, zijn sigaretje te roken. De begeleiding kreeg het niet goed voor elkaar om met Jan versterking aan te brengen in zijn netwerk en vrijetijdsbesteding.

In de: ‘Toolkit Zorg beter met vrijwilligers’, staan veel handige tips voor het samenwerken met vrijwilligers en verwijzingen naar diverse handreikingen en instrumenten.

  1. Ga naar de toolkit en lees daarin wat veel genoemde motieven zijn voor vrijwilligers om vrijwilligerswerk te doen. Toolkit Zorg beter met vrijwilligers

 

 

  1. Welk motief hadden de vrijwilligers in de casus Jan om vrijwilligerswerk met Jan te doen? Licht dit toe.

 

  1. Wat hadden de vrijwilligers volgens jou moeten weten en kunnen, en over welke vaardigheden hadden de vrijwilligers moeten beschikken om een succesvol contact met Jan te hebben? Zie ook pagina 18 van de ‘Toolkit zorg beter met vrijwilligers’.

 

  1. In de toolkit wordt verwezen naar een handreiking: ‘Verantwoord 1-op-1 vrijwilligerswerk’. In de bijlage van deze handreiking vind je een uitgebreide checklist waarin de aspecten ‘weten’, ‘kunnen’ en ‘beschikken’ worden behandeld. Bestudeer deze: Richtlijnen Verantwoord 1-op-1 vrijwilligerswerk. Heb je na het lezen van deze checklist nog aanvullingen op wat je bij punt 3 hebt opgeschreven?

 

  1. Neem een bewoner uit je eigen werksituatie of anderszins in gedachte die ondersteund wordt door een vrijwilliger. In hoeverre weet, kan en beschikt de vrijwilliger over voldoende kennis, vaardigheden en middelen om de bewoner te ondersteunen?

 

  1. Lees hoofdstuk 4 ‘Samenwerken’ van de toolkit. Welke kennis en/of inzichten neem je mee ten behoeve van het samenwerken met vrijwilligers in jouw praktijk? Bespreek deze met je studiegenoot.