E-learning Informele Zorg

Openingsvragen naar de mantelzorger

KerntaakVinden
CompetentiesHeeft in het werken met degene met NAH ook oog voor de situatie van de mantelzorger.
OnderwerpOpeningsvragen naar de mantelzorger
WerkvormErvaren en Toepassen
SamenstellingDrietal
Tijd30 minuten
NiveauMBO

Bespreek met één of twee collega’s of medestudenten wat jullie goede openingsvragen zouden vinden om in contact te komen met de mantelzorger. Gebruik daarvoor tenminste drie eigen praktijkvoorbeelden of de onderstaande casussen.

Gebruik: Direct aan de slag met mantelzorgers.

Casus 1
De vriendin van Indira Sadehari (38, contusio cerebri hersenkneuzing) belt sinds kort elke dag. Ze wonen in dezelfde straat. Voor de hersenkneuzing gingen ze vaak naar de film of aten ergens een hapje. Zij is de enige die nog regelmatig bij  Indira komt. Indira is de laatste tijd kortaf naar haar en een beetje kattig. Is dit de dank die ze krijgt voor al die jaren vriendschap?

Casus 2
Hoe gaat het met u?’ vraag ik tijdens het eerste keukentafelgesprek met meneer en mevrouw Menger. Meneer Menger (41) steekt van wal dat hij vindt dat alles heel goed gaat nu ze niet meer naar het revalidatiecentrum gaan. Hij is helemaal hersteld en is zelfstandig genoeg om zijn eigen leven te leiden. Hij is blij dat hij zijn oude hobby’s heeft opgepakt zoals vogels spotten en vissen. Mevrouw Menger is stil en bedachtzaam, maar spreekt haar man niet tegen. ‘We redden ons best’, zegt ze. Als ze me uitlaat zegt ze; ‘Mijn man kleurt het allemaal wat rooskleuriger dan het is…meestal zit hij inactief op de bank of valt in slaap’.

Casus 3
Je biedt ondersteuning in de persoonlijke verzorging van mevrouw van der Horst die een lichte vorm van hersenletsel heeft opgelopen vanwege een whiplash. Mevrouw (67) woont alleen sinds haar kinderen de deur uit zijn. Ze heeft zich wat teruggetrokken van familie en vrienden. Ze neemt de telefoon niet op en heeft geen behoefte aan bezoek. Ook niet van professionals. Ze doet de deur niet open als je aanbelt. Er is contact geweest met de kinderen. In eerste instantie was het fijn dat de zoon van mevrouw van der Horst aanwezig was. Hij deed de deur open en in zijn aanwezigheid werkt mevrouw mee. Hoewel je komt voor de verzorging van mevrouw van der Horst,  kom je zo ook in contact met haar zoon (mantelzorger). Je  bent al te weten gekomen dat hij een fulltime baan heeft en drie jonge kinderen. Je vraagt je af hoe hij het toch allemaal doet. De laatste tijd is hij altijd aanwezig wanneer je langskomt. Het lijkt mevrouw van der Horst goed te doen maar jij begint je zorgen te maken om haar zoon. Hij begint er moe uit te zien en hij lijkt sneller geïrriteerd.