E-learning
Informele Zorg
Home
Begrippenlijst
Competentieprofiel
Toolbox
Thema’s
Films
Literatuur
Handleiding
Home
Warming-up!
Opdrachten
Warming-up!
Stap
1
van
12
8%
1. We maken onderscheid in de mate van het niet-aangeboren hersenletsel namelijk lichte en zware gevolgen. Bij een lichte vorm van hersenletsel is er wel functieverlies maar deze is niet of nauwelijks zichtbaar. Bij een zware vorm van hersenletsel zijn er zichtbare én niet-zichtbare gevolgen van het hersenletsel. Welke mate van hersenletsel denk je dat het meeste ‘zorgintensief’ is voor de mantelzorger(s)?
*
De zware gevolgen van het hersenletsel want daar komt ook de fysieke zorg bij.
Bij de zware gevolgen van het hersenletsel want dan maakt iemand waarschijnlijk gebruik van een verblijfsplek elders.
Bij de lichte gevolgen van het hersenletsel want dan moet je anderen steeds uitleggen wat er aan de hand is.
Geen van beide, het is allebei even zorgintensief.
2. NAH heeft zichtbare en onzichtbare gevolgen. Door kennis te hebben van de onzichtbare gevolgen kun je ze als professional beter herkennen. Voor de mantelzorger kan het helpend zijn om hier uitleg over te krijgen, bijvoorbeeld door middel van voorbeelden. Apraxie kan een onzichtbaar gevolg zijn van NAH. Wat is een voorbeeld van apraxie?
*
Moeite hebben met alledaagse handelingen, zoals het zetten van koffie.
Moeite hebben met het vinden van woorden, bijvoorbeeld nog wel weten dat het zwart is maar niet op het woord koffie kunnen komen.
Moeite hebben met het onthouden van gezichten.
3. Welke screeningsinstrumenten ken je om het stressniveau van de mantelzorger te kunnen meten?
*
Scorelijst mantelzorg, Zorg zwaartelijst mantelzorg, Beoordelingslijst draaglast en draagkracht
Caregiver strain index, de Ediz, Caregiver reaction assessment- dutch.
Caregiver strain index, Beoordelingslijst draaglast en draagkracht, Caregiver strain assessment.
4. Deze illustratie is speciaal gemaakt door Moniek Morelisse voor deze e-learning module. Bekijk de illustratie goed. Wat is er aan de hand?
*
De mantelzorger wordt goed en degelijk geïnformeerd over de mogelijkheden van mantelzorgondersteuning.
De mantelzorger heeft interesse in lotgenoten groepen en heeft daarover informatie aangevraagd.
De mantelzorger wordt geïnformeerd maar dat vraagt om professioneel maatwerk.
De mantelzorger wil helemaal niks met professionele ondersteuning te maken hebben.
5. Welke verschillen laat onderzoek zien tussen mannelijke en vrouwelijke mantelzorgers?
*
Mannen verlenen geen mantelzorg.
Mannen zijn over het algemeen meer op de relatie gericht en vrouwen meer op de taak.
Mannen zijn over het algemeen meer op de taak gericht en vrouwen meer op de relatie.
6. Onder het sociale netwerk van mensen met niet-aangeboren hersenletsel en hun naaste(n) verstaan we:
*
De mensen die actief zijn voor de ondersteuning in het dagelijks leven.
Alle mensen die zij kennen.
De mensen die in een kleine kring om hen heen staan.
Familie, vrienden, vrijwilligers, professionals en buurtbewoners.
7. Welke kenmerken van een sociaal netwerk spelen volgens Movisie een rol in de mate van kracht van het sociale netwerk?
*
Grootte, financiële middelen, afwezigheid van ruzie, frequentie van contact.
Omvang, complexiteit, samenstelling, stabiliteit, bereikbaarheid, dichtheid.
Omvang, nabijheid, hechting, draagkracht, communicatiestijl, communicatiemiddelen
8. Om mantelzorgers beter te kunnen informeren, betrekken of ondersteunen, moet je weten hoe je hen kunt bereiken. Waar kan je mantelzorgers vinden?
*
In het ziekenhuis, bij de huisarts, op straat en in winkels
In het traject waar degene met hersenletsel gebruik van maakt en op plekken waar zij hun eigen leven hebben
In het zorgtraject waar degene met hersenletsel gebruik van maakt
In het ziekenhuis, bij de huisarts, apotheek en op het werk
9. In hoeverre ken jij het vrijwilligersaanbod voor mensen met NAH en hun mantelzorgers? Het kan gaan om vrijwilligerswerk dat gericht is op de mantelzorger of op degene met NAH. Wanneer degene met NAH iets gaat doen met een vrijwilliger of zelf onder begeleiding vrijwilligerswerk doet, heeft de mantelzorger even tijd voor zichzelf. Kun je voorbeelden opnoemen in de gemeente waar jij werkt of studeert van: 1. Vrijwilligerswerk voor degene met NAH; 2. Maatjesprojecten voor degene met NAH en/of voor de mantelzorger; 3. Instellingen of bewonersinitiatieven die werken met vrijwilligers en activiteiten aanbieden voor degene met NAH en/of de mantelzorger. Denk bijvoorbeeld aan recreatieve activiteiten als koken, zingen, eten of wandelen.
Bij 1, 2 en 3 kon ik meerdere voorbeelden geven.
Ik kon op enkele voorbeelden komen.
Ik kon geen voorbeelden noemen.
10. Wie is in de kabinetsperiode 2017-2021 als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk voor wetgeving rondom mantelzorgondersteuning?
*
Minister Dekker
Minister Schippers
Minister De Jonge
11. Een professional wil graag een overleg met een collega van een andere organisatie. Het gaat om een casus rond hersenletsel waar ze zelf niet uitkomt. Ze is op zoek naar specialistische kennis. Waar kan ze die collega eenvoudig vinden?
*
Op internet, via groep apps, facebook of collegiale navraag.
Via regionale hersenletselteams.
Via hersenletsel congressen, regionale studiedagen of Patientenvereniging Hersenletsel.
Via de Hersenstichting.
12. Welk van onderstaande maatregelen is daadwerkelijk een plan vanuit het programma ‘Langer Thuis’ van de Rijksoverheid?
*
Het aanstellen van een landelijk adviseur Respijtzorg.
Het in het leven roepen van een noodnummer voor mantelzorgers.
Het aanstellen van een landelijk coördinator vrijwilligerswerk in zorg en welzijn