E-learning Informele Zorg

Competenties sociaal netwerk versterken en benutten

De mantelzorger is niet de enige die met de persoon met dementie leeft. Er zijn ook familieleden, vrienden, kennissen, buren, de buurt en eventueel vrijwilligers. Daarnaast zijn er ook organisaties en medewerkers waar contact mee is. Hoe krijgt je nu deze mensen in beeld? Hoe weet je wie men regelmatig tegenkomt? Hoe intiem wordt die relatie ervaren? En heeft de mantelzorger hetzelfde netwerk als de persoon met dementie? In deze opdrachten leer je het netwerk in beeld brengen. Je leert samen met de mantelzorger te weten wie actief is en waarin. Hoe betrek je mensen uit het netwerk om een actieve rol te spelen in de zorg? Hoe helpt dat bij vragen over respijtzorg van de mantelzorger? Je leert ook hoe vrijwilligers ingezet kunnen worden en wat er nodig is om een goede match te maken. En daarbij speelt in alle gevallen hoe de zorg duurzaam kan zijn als de zorgvraag complexer wordt.

Competenties
Taakgebied professional
Wat is er aan de
hand?
Competenties
Niveau mbo 3/4
Competentie
Niveau hbo 6 
Versterken
Het versterken van het sociale netwerk.
Mensen uit het netwerk kunnen zich vaak handelingsverlegen voelen in het vragen naar ondersteuning in hun eigen netwerk. De professional:
Toont in het dagelijkse werk kennis te hebben over de vorm van dementie, de daarbij horende gedragskenmerken en de gevolgen daarvan op naasten.
Kan bij eenvoudige vragen advies geven over hoe daar adequaat mee om te gaan.
De professional:
Toont in het dagelijks leven kennis te hebben over de specifieke vormen van dementie, de daarbij behorende gedragskenmerken en de gevolgen daarvan op naasten.
Kan voorlichting geven over hoe naasten daar adequaat mee kunnen omgaan.
Kan naasten advies geven over hun rechtspositie.
Ondersteunt het organiseren van betekenisvolle activiteiten. Faciliteert het organiseren van betekenisvolle activiteiten, rekening houdend met de gedragskenmerken en belastbaarheid van degene met dementie.
Heeft kennis over ‘de kunst van het vragen stellen’ en over wederzijdsheid. Heeft een open en nieuwsgierige houding en kan daarop reflecteren.
Heeft een open en nieuwsgierige houding die wordt ingezet om het perspectief van het netwerk te leren kennen. Heeft kennis over de kunst van het vragen stellen en kan dit in gesprekken inzetten om het perspectief van het netwerk te
leren kennen. Daarbij heeft de professional aandacht voor wederzijdsheid.
Weet aan te sturen op het tot stand brengen van wederzijdsheid.
Weet ervaringskennis van het sociale netwerk te begrijpen en gebruiken. Weet ervaringskennis van het sociale netwerk op te halen, te begrijpen en te gebruiken. Heeft kennis over vormen van sociale steun. Maakt het mogelijk dat het netwerk een plan maakt voor de
toekomst.
Heeft in de eigen werksituatie kennis over
veranderende relaties bij dementie.
Heeft in diverse situaties kennis over veranderende relaties bij dementie.
Ondersteunt het brede sociale netwerk in het zoeken naar nieuwe omgangsvormen en het invulling geven aan vernieuwde relatie(s)
Verlichten
Het organiseren van sociale ondersteuning om ervoor te zorgen dat mantelzorgers de
mantelzorgtaken kunnen (blijven) uitvoeren.
Uit onderzoek blijkt dat betrokkenheid van het netwerk op de lange termijn afneemt.
Mantelzorgers willen graag hulp bij het behouden en vergroten van hun netwerk.
Heeft globale kennis van bestaande instrumenten en methoden van socialenetwerkversterking. Kan taken uit het begeleidingsplan uitvoeren om:

1) de mantelzorger te stimuleren de regierol te nemen in het organiseren van het eigen netwerk;

2) het netwerk in kaart te brengen.

Heeft kennis van bestaande instrumenten en methoden van socialenetwerkversterking.
Weet een signalerende, initiërende en bewakende rol aan te nemen, passend bij de omstandigheden. Stimuleert (zelfstandig): 1) de mantelzorger om de regierol te nemen in het (organiseren van het) netwerk;  2) het in kaart brengen van het netwerk.
Maakt mogelijkheden bespreekbaar van
ondersteuning door een vrijwilliger als respijtzorg en/ of als mantelzorgmaatje.
Schakelt, in afstemming met collega’s,
vrijwilligersorganisaties in ten behoeve van de persoon met dementie of ten behoeve van de mantelzorger.
Heeft een signalerende rol, vraagt vrijwilliger actief naar zijn/haar ervaringen.
Begrijpt dat inzet van familie en vrienden een andere impact heeft dan vrijwillige inzet.
Weet op basis van welke criteria een matching met vrijwilligers kan plaatsvinden.
Weet wat de taken, verantwoordelijkheden en beperkingen van vrijwilligers zijn en stemt daarover af met de mantelzorger en leden uit het netwerk.
Schakelt vrijwilligersorganisaties in ten behoeve van de persoon met dementie of ten behoeve van de mantelzorger en doet een warme overdracht naar de coördinator.