Competentieprofiel
Wat is het Taakgebied | Daartoe heeft de mbo- professional de volgende competenties | Daartoe heeft de hbo-professional de volgende competenties |
Vinden | ||
De professional
Zoekt de mantelzorger actief op. Hij weet de mensen te bereiken die zorgen voor een naaste. |
De professional
Heeft oog voor de situatie van de mantelzorger en naaste(n) [1] en vraagt daar actief naar. Toont een actieve houding naar de mantelzorger en de naaste(n) en weet collega’s te betrekken bij een “niet-pluis gevoel”. |
De professional
Geeft actief invulling aan het op zoek gaan naar de mantelzorger en de naaste(n). Kan op een outreachende manier contact leggen met de mantelzorger en anderen uit het sociale netwerk. Kan op een passende manier contact leggen met de mantelzorger en naaste(n). |
Herkennen | ||
Laat de mantelzorger en de naast(n) ervaren dat hij weet wat de gevolgen van het NAH kunnen zijn. Heeft aandacht voor gevoelens en gedachten van de mantelzorger. | Hanteert structureel een vragende houding om te kunnen herkennen in hoeverre de gevolgen van het NAH, karakter, en de omgeving, de situatie complex kunnen maken voor de naaste(n).
Kan het eigen proces van de mantelzorger en de naaste(n) herkennen, bespreekbaar maken en met collega’s communiceren. Beschouwt de persoon met NAH, de mantelzorger, de naaste(n) en de vrijwilligers als samenwerkingspartners. Heeft oog voor rouwprocessen van de mantelzorg en naaste(n) en toont begrip. Heeft kennis van signaleringslijsten om de stress bij mantelzorgers te meten. |
Hanteert structureel een vragende houding om te kunnen herkennen in hoeverre de gevolgen van het NAH, karakter, en de omgeving, de situatie complex kunnen maken voor de naaste(n) en weet hier een vervolg aan te geven.
Heeft veel kennis van NAH: de zichtbare en onzichtbare gevolgen. Kan die kennis overbrengen o.a. door praktische voorbeelden te geven. Kan het eigen proces van de mantelzorger herkennen en bespreekbaar maken, ook met collega’s. Heeft daarbij voelsprieten voor het niet uitgesprokene. Begrijpt dat inzet van familie en vrienden een andere impact heeft dan vrijwillige inzet. Heeft oog voor rouwprocessen van de mantelzorg en naaste(n), toont begrip en geeft er woorden aan. Weet signaleringsinstrumenten om stress bij mantelzorgers te meten, adequaat in te zetten. |
Versterken | ||
Het versterken van centrale mantelzorgers in hun regie en positie.
|
Kan het herstelproces van de mantelzorger ondersteunen.
Heeft oog voor relatie- gerelateerde kwesties en bespreekt dit met collega’s. Zet de mantelzorger aan om eigen oplossingen voor het persoonlijke en sociale herstel te vinden en faciliteert daarin. Kan voorlichting geven aan de kinderen van een ouder met NAH. Bespreekt met de leidinggevende hoe te handelen wanneer de mantelzorg mogelijk wegvalt. Bespreekt met de mantelzorger hoe het te voorkomen is dat hij in een isolement raakt. |
Bespreekt hoe partners in hun relatie zo goed mogelijk met elkaar kunnen omgaan.
Kan bespreken hoe partners samen verdergaan in intimiteit en seksualiteit. Is in staat de mantelzorger te leren hoe hij actief zijn situatie kan veranderen. Stimuleert de mantelzorger om zijn eigen leven te blijven leven en maakt hem attent op de valkuilen van het mantelzorger zijn. Maakt bespreekbaar wanneer de mantelzorger voor korte of langere tijd wegvalt. Stimuleert de mantelzorger de regierol te nemen in het organiseren van het netwerk ter voorkoming van isolement. Heeft oog voor rouwprocessen van de mantelzorg en naaste(n) en brengt de kennis over rouwverwerking op een passende manier in het gesprek. |
Het versterken van het sociale netwerk. | Toont in het dagelijkse werk kennis te hebben over NAH, en de daarbij behorende gedragskenmerken en de gevolgen daarvan op naaste(n).
Denkt actief mee in de voorbereiding van netwerkbijeenkomsten. Kan bij eenvoudige vragen advies geven over hoe adequaat om te gaan met de gevolgen van NAH. Ondersteunt het organiseren van betekenisvolle activiteiten zowel voor de mantelzorger als voor het sociale netwerk. |
Kan informatie geven over de specifieke beperking en gedragskenmerken van NAH en hoe daar adequaat mee om te gaan.
Assisteert collega’s om het netwerk bij elkaar te brengen, voorlichting te geven en te kijken wie een rol kan spelen om ervoor te zorgen dat en een plan gemaakt wordt voor de toekomst. Ondersteunt het denken over het invulling geven aan de vernieuwde relatie(s). Helpt het netwerk bij het bedenken van betekenisvolle activiteiten. |
Verlichten | ||
Het organiseren van ondersteuning om ervoor te zorgen dat mantelzorgers de mantelzorgtaken kunnen (blijven) uitvoeren. | Heeft kennis van praktische zaken zoals arbeid, aanpassingen woning, financiën, administratie en bespreekt dit met collega’s.
Heeft gerichte aandacht voor de kinderen van een ouder met NAH. Kent de gespecialiseerde organisaties die respijtzorg geven zoals logeerhuizen/ dagbesteding. Maakt het inzetten van een vrijwilliger bespreekbaar met de mantelzorger. Maakt de mantelzorger attent op de mogelijkheden van ondersteuning van ervaringsgenoten (zoals gespreksgroepen georganiseerd door Steunpunten Mantelzorg). Maakt de mantelzorger attent op de mogelijkheden van domotica, apps, facebookgroepen en overige digitale middelen.
|
Kan advies geven over levensbrede, praktische zaken zoals arbeid, aanpassingen woning, financiën, administratie.
Weet hoe te handelen in situaties rond NAH waarbij kinderen zijn betrokken en verwijst zo mogelijk door. Maakt morele dilemma’s bespreekbaar. Kent de gespecialiseerde organisaties die respijtzorg geven zoals logeerhuizen/ dagbesteding en wijst de mantelzorger hier systematisch op. Schakelt vrijwilligersorganisaties in ten behoeve van de persoon met hersenletsel of ten behoeve van de mantelzorger en doet een warme overdracht naar desbetreffende coördinator. Maakt de mantelzorger attent op de mogelijkheden van domotica, apps, facebookgroepen en overige digitale middelen en weet de weg om hiervan gebruik te maken. Kijkt naar mogelijkheden van ondersteuning door een vrijwilliger als respijtzorger of als mantelzorgmaatje. Weet in samenwerking met vrijwilligersorganisaties vorm te geven aan een matching. Kent de sociale kaart waar het gaat om de ondersteuning van ervaringsgenoten (zoals gespreksgroepen georganiseerd door Steunpunten Mantelzorg).
|
Verbinden | ||
Het leggen van verbindingen tussen professionals, collega’s en organisaties die ondersteuning bieden aan informele zorg rond NAH. | Weet wat de sociale kaart aan mogelijkheden biedt voor mensen met NAH en mantelzorgers.
Heeft kennis van het regionale en landelijke aanbod van vrijwilligerszorg. Bewaakt de afspraken die gemaakt zijn met vrijwilligersorganisaties over de taken, verantwoordelijkheden en beperkingen van de vrijwilliger.
|
Heeft kennis van het regionale en landelijke aanbod op gebied van zorg, arbeid, dagbesteding en is tevens bekend met gespecialiseerde voorzieningen.
Kent de sociale kaart, en de mogelijkheden die deze biedt voor mensen met NAH en de mantelzorgers en is in staat met deze contact te leggen en onderhouden. Heeft kennis van het regionale aanbod van vrijwilligerszorg en weet daarvan gebruik te maken. Kan buiten de gebaande paden denken en doen, zoekt keer op keer naar passende voorzieningen en passende ondersteuning. Kent de initiatieven waar mantelzorgers bij elkaar kunnen komen en hun ervaringen kunnen delen. Bespreekt met de vrijwilligersorganisatie wat de taken, verantwoordelijkheden en beperkingen van de vrijwilliger zijn en heeft hierin een bewakende functie.
|
[1] Met de aanduiding ‘mantelzorger’ doelen we op de persoon die een centrale positie inneemt in de zorg en ondersteuning als ook in de communicatie met de professionals. Dit kan om één mantelzorger gaan maar ook om meerdere mantelzorgers. Met de ‘naaste(n)’ bedoelen we de mensen die een ondersteunende taak op zich hebben genomen maar die geen eindverantwoordelijkheid hebben.