E-learning Informele Zorg

De mate van zelfredzaamheid

KerntaakVerlichten
CompetentiesDe professional leert de mantelzorger hoe hij actief zijn situatie kan veranderen, waardoor zijn draagkracht vergroot. De professional stimuleert de mantelzorger de regierol te nemen in het (organiseren van het) netwerk ter voorkoming van isolement
OnderwerpDe mate van zelfredzaamheid
WerkvormConceptualiseren, toepassen
SamenstellingTweetallen
Tijd90 minuten
Niveauhbo

Het actieprogramma “Professionalisering Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening’ (W&MD) heeft in 2013 een handreiking vastgesteld met competenties Maatschappelijke ondersteuning. Hierin is een klein, maar helder plaatje geïntroduceerd waarin de cliënt ingedeeld wordt op de mate van zelfredzaamheid. De ondersteuning van de sociale professional sluit hierop aan in de mate waarin er lichte tot zware hulp en dienstverlening evenals collectieve ondersteuning geboden wordt. De sociale professional faciliteert, ondersteunt en/of intervenieert. Zie het rapport hier

Bron: Competenties Maatschappelijke Ondersteuning (2013). Utrecht: Movisie.

Bij situaties rond dementie zien we al deze typen ondersteuning terugkomen. In de meeste gevallen zijn mensen met dementie minder zelfredzaam door de mentale beperkingen zoals inzichtproblemen. Die ondersteuning is zowel voor de zorgvrager als voor de mantelzorger of naasten van toepassing. In het Profiel Informele Zorg (zie de beginpagina van deze e-learning) rond dementie,  gaan we vooral in op de competenties van sociale professionals in relatie tot de mantelzorger en naasten. Dus hoe en wanneer komen professionals in actie om mantelzorgers en naasten van mensen met dementie te faciliteren, te ondersteunen of om te interveniëren?

  • Bekijk het model Competenties Maatschappelijke Ondersteuning. Bekijk het vanuit het perspectief van de mantelzorger.
  • Bespreek met je studiegenoot hoe je het model kunt uitleggen. Blijf net zolang doorpraten tot je op één lijn zit.
  • Zoek vervolgens 3 casussen van een mantelzorgsituatie.
    • In casus 1 is de hulpvraag licht en is de mantelzorger redelijk zelfredzaam. Wat faciliteer je?
    • In casus 2 is de hulpvraag al wat zwaarder, de mantelzorger wellicht nog zelfredzaam maar vraagt om ondersteuning. Wat ondersteun je?
    • In casus 3 is de mantelzorgsituatie ernstig zwaar, de mantelzorger voelt zich kwetsbaar en er moet onmiddellijk geïntervenieerd worden. Wat moet je doen als sociaal professional?
  • Werk deze voorbeelden uit.