Informeren van naaste(n)
Kerntaak | Versterken |
Competenties | -Bespreekbaar maken hoe ouders/verwanten zo goed mogelijk met elkaar kunnen omgaan in relatie tot de persoon met (L)VB. Informatie geven over de specifieke beperking en gedragskenmerken van (L)VB en hoe daar adequaat mee om te gaan. |
Onderwerp | Informeren van naaste(n) |
Werkvorm | Conceptualiseren en Toepassen |
Samenstelling | Tweetal |
Niveau | HBO |
- Lees de casus Bram en zus Tonny.
Casus: Bram Jongerius en zijn zus Tonny (geanonimiseerd)
Naam: Bram Jongerius (03-09-1963) Indicatie: WLZ ZZP7 VG Juridische status: Vrijwillig Bram is een man van in de vijftig met een matige verstandelijke handicap. Cognitief Op de WISC (Wechsler Intelligense Scale fot Childeren) Rn 1998 een TIQ (totaal IQ) van 43, VIQ (verbaal IQ) 48, PIQ (performaal IQ) 47. Hiermee functioneert hij op matig verstandelijk beperkt niveau. Ook op de SRZ (Sociale Redzaamheidschaal) 2013, POP-EM 5 scoort hij als matig- ernstig verstandelijk beperkt. Ontwikkelingsleeftijds-equivalent is rond de vier jaar. Opvallend genoeg kan hij wel lezen en schrijven en analoog klokkijken. Hij kan zelfstandig op pad op de fiets, boodschappen doen en is ADL (algemene dagelijkse levensverrichtingen) zelfstandig. In testen komt naar voren dat Bram moeilijk oorzaak-gevolg relaties kan begrijpen en zijn sociaal inzicht is dan ook zeer beperkt. Hij ziet geen samenhang tussen gebeurtenissen. Dus wordt alles onvoorspelbaar wat beangstigend voelt. Bram is dan ook een zeer angstige man, die zichzelf als sociaal inadequaat ervaart. Op de VAK (Vragenlijst voor Angst bij Kinderen) scoort hij extreem hoog op angst voor falen en kritiek, angst voor het onbekende, voor gevaar, verwondingen en dood. Ook op de NPV/J (Junior-Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst) scoort hij heel hoog op insufficiëntie gevoelens en sociale inadequatie. Hij ervaart zichzelf als weinig dominant, maar scoort zeer hoog op een wantrouwende en negatieve instelling. Om deze angst wat onder controle te houden doet hij heel erg zijn best om alles goed te doen. Maar hij wordt er ook wantrouwend, negatief of agressief van. Soms blokkeert hij helemaal. Dit is dan voor hem een manier van overleven, maar ook een manier om te laten zien dat hij het allemaal niet snapt. Zo ook het niet willen eten als iets niet helder voor hem is, of niet goed is opgelost. Het lijkt dan of Bram op slot gaat. Hij wil niets meer, kan zich ook terugtrekken op zijn bed. Of verdwijnt op zijn fiets en komt pas uren later terug. Zelf komt hij er niet meer uit. Het helpt als hij het opschrijft in zijn schrift. Hij schrijft het dan van zich af. Over het algemeen functioneert Bram in de fase van de eerste individualisatie (3-7 jarigen) van de SEO (Sociaal Emotionele Ontwikkeling) 2013. Het gaat in de begeleiding van Bram vooral om nabijheid zonder betutteling. De kern van de begeleiding is gericht op het stimuleren van initiatiefname, verantwoordelijkheid leren dragen (op basis van succeservaringen) en het vormen van identiteit. Rolmodelling is hierin belangrijk – wij doen het voor. De aanwezigheid van medewerkers en begeleiding in het gedrag zijn steeds nodig, elke dag weer. Want voor wat betreft het bijbrengen en corrigeren van zijn gedrag en zijn denken, is Bram afhankelijk van de belangrijke andere. Dit kan hij niet voldoende zelf. Corrigeren van zijn gedrag wordt gedaan door in te grijpen, door uit te leggen, iedere keer weer, dat jij dit niet wil hebben. Bijvoorbeeld omdat je geen spullen van een ander mag meenemen. Alleen jouw boosheid bij afkeuring op dat moment wordt vervelend gevonden. Uitleg waarom iets wel of niet kan is belangrijk, maar zal steeds opnieuw gegeven moeten worden. De insteek kan vrijwel altijd vriendelijk zijn, en verhelderend, oplossend, voor hem. En dan kan hij wel weer verder. Met negatieve kritiek weet hij niet goed hoe hij daar mee moet omgaan. Hij loopt dan een beetje om begeleiding heen te draaien en is minder of niet aanspreekbaar. Benoem dus vooral wat je wél van hem verwacht in plaats van wat je niet wilt. Normen en waarden zijn nauwelijks geïnternaliseerd, waardoor zijn gewetensontwikkeling beperkt is. Bram trekt zich graag op aan de mensen die voor hem belangrijk zijn. Dit kunnen begeleiders van wonen en werk zijn, maar ook medebewoners of teamgenoten van bijvoorbeeld voetbal. Bram zal vaak het gedrag van deze mensen kopiëren. Hij wil ook graag mensen helpen. |
In de casus worden een aantal aspecten van de kwetsbaarheden van Bram in jargon benoemd. Probeer deze aspecten in toegankelijke taal voor jezelf op te schrijven. Doelstelling is om verwanten of netwerk toe te lichten hoe Bram de wereld beleeft, hoe dit zijn gedrag beïnvloedt en wat dit betekent ten aanzien van zijn sociale relaties.
2. Oefen in een tweetal het gesprek met een naaste waarin je, in toegankelijke taal, bovenstaande bespreekt. Een van jullie speelt de positie van de naaste en de ander de positie van de professional. Houd hierbij voor ogen dat de naaste al veel ervaring met en kennis heeft over de cliënt. De insteek is, met name, het duiden zodat meer begrip ontstaat over wat de cliënt nodig heeft.
3. Lees ter voorbereiding; Totaal onbegrijpelijk, dat is een handreiking voor toegankelijk en eenvoudig taalgebruik.
4. Lees hoofdstuk 5 uit: ‘Werken met ontwikkelingsleeftijden’ van Bianca Vugths-De Groot, en bekijk het schematisch overzicht ‘ondersteuningsbehoefte per ontwikkelingsniveau’ in de bijlage. Vul op basis van deze literatuur de casus van punt 1 aan.