E-learning Informele Zorg

Moreel beraad

KerntaakHerkennen
Competenties- Kan het eigen proces van de ouders/verwanten herkennen en bespreekbaar maken. Begrijpt dat inzet van familie en vrienden een andere impact heeft dan vrijwillige inzet. Herkent de (on)mogelijkheden van cliënt en verwanten. Herkent eigen aarzelingen en die van collega’s mbt risico’s in het contact met informele steun en kan deze loslaten door het te bespreken in collegiaal overleg. Kan het plaatsen in de context.
OnderwerpMoreel beraad
WerkvormErvaren en reflecteren
SamenstellingDrietal
NiveauHBO

Casus: Bram Jongerius en zijn zus Tonny (geanonimiseerd)

  1. Lees de casus Bram en zus Tonny.
Naam: Bram Jongerius (03-09-1963)
Indicatie: WLZ ZZP7 VG
Juridische status: VrijwilligBram is een man van 50 met een matige verstandelijke handicap. Bram heeft een totaal IQ van 43 en zijn ontwikkelingsleeftijd-equivalent is rond de vier jaar.
De zussen van Bram, Tonny en Bea, zijn betrokken bij Bram. Ze halen Bram op voor verjaardagen, gaan kleding met hem kopen, gaan met hem naar het ziekenhuis als dat nodig is, en zus Tonny maakt eens per maand zijn kamer grondig schoon. Tonny is de eerste contactpersoon en regelt de geldzaken van Bram. Ze kan een schoonmaker inhuren maar ze doet het liever zelf. Bram wil niet altijd dat Tonny spullen van zijn kamer weggooit maar toch doet Tonny dit. Tonny is meer van de harde aanpak. Als Bram stagneert en te laat thuis komt zou zij hem op zijn kamer zetten, geen eten meer geven of niet meer naar buiten laten gaan. Soms geeft ze Bram er ook telefonisch van langs. Tonny is zeer betrokken, meer dan dat zij dat 5 jaar geleden was, en hoort daardoor meer verhalen over hoe het met Bram gaat. Hierdoor vormt ze ook meer een mening dan vroeger. Ze adviseert begeleiding Bram goed hard aan te pakken. Dit druist in tegen de visie en begeleidingsstijl van de begeleiders. Daarnaast kunnen de begeleiders Bram niet zomaar in zijn vrijheid beperken. Eigenlijk mogen de begeleiders de deur van Bram’s appartementen niet eens open doen voor zus Tonny, zónder daarvoor zijn toestemming te hebben gevraagd.  Ook vraagt Tonny soms aan begeleiding om geld of spullen van Bram’s kamer te pakken. Dit mag de begeleiding niet doen zonder toestemming van Bram. De persoonlijk begeleider van Bram heeft met zus Tonny gesproken over visie en begeleidingsstijl, maar zij komen niet op één lijn. Ook een uitleg over de rechten van Bram brengt hierin geen verandering. De verschillende benaderingswijzen en de verschillende uitgangspunten leveren soms spanning op. Voor Bram is het contact met zijn zussen belangrijk. Voor de begeleiding is het belangrijk de rechten van de cliënt in acht te nemen en diens rechten te beschermen.

     2. Jullie gaan nu een Moreel beraad voorbereiden.
Bespreek met twee studiegenoten de volgende vragen aan de hand van het Stappenplan om een ethisch dilemma (= conflict van waarden) te analyseren:

Fase 1: de situatie en het dilemma

1. Wat is precies de situatie?

2. Wat zijn de ethische dilemma’s? Waarom en voor wie?

3. Heb je voldoende feitenkennis? Is het dossier voldoende duidelijk en heb je duidelijk onderscheid gemaakt tussen feitelijke -, normatieve – en subjectieve beweringen? Onder subjectieve beweringen vallen ook ‘onderbuikgevoelens’ of emoties. Je daarvan bewust(er) te zijn – en die tijdens moreel beraad te kunnen ventileren! – is belangrijk. Ook om deze beter te onderscheiden van feiten.

Fase 2: de analyse

4. Wat zijn jouw handelingsmogelijkheden.  Wat zijn daar de voor- en nadelen van? (let op wettelijke kaders + professionele richtlijnen)

Noot: het is belangrijk om al brainstormend zoveel mogelijk handelingsmogelijkheden te inventariseren.

5. Welke waarden en normen spelen een rol in dit dilemma? Voor jou en voor betrokkenen?

6. Welke belangen spelen een rol in dit dilemma? Voor jou en voor betrokkenen?

7. Welke artikelen van de beroepscode spelen een rol in dit dilemma? Wat zeggen ze over dit dilemma? (vaak veel meer dan wordt verondersteld).

Fase 3: de besluitvorming

8. Welke rangorde van waarden & normen en belangen stel je vast?

9. Naar welke beslissing neig je (wat weegt het zwaarst?) en hoe is deze beslissing te verantwoorden?

  • welke alternatieven zijn er en heb je die voldoende meegewogen?
  • als het mijzelf betrof, zou ik de oplossing kunnen accepteren? (principe van wederkerigheid)
  • zou je andere cliënten op dezelfde wijze behandelen? (principe van gelijkheid)
  • heb je voldoende overlegd met collega’s? (moreel beraad)

10. Wat is je besluit? Verantwoord je besluit/handelen tegenover de cliënt.

Bron: Regiobijeenkomst Nieuwe Kwaliteitskoers: Presentatie Workshop 4. Beroepsethiek en kwaliteit; Jaap Buitink; Stappenplan om een ethisch dilemma te analyseren. Beroepsethiek en kwaliteit.

     2. Moreel beraad in de praktijk
Haal een soortgelijke situatie in jouw eigen praktijk op. Het moet nadrukkelijk gaat over de samenwerking met de naasten van de cliënt.  Bespreek deze situatie aan de hand van het moreel beraad met jouw collega’s.

Zou je het moreel beraad vaker willen gebruiken? Zo ja, om wat te bereiken? Zo nee, waardoor niet? Schrijf je argumenten op.